NieuwWielrennen

Aan de eerste editie van de Vuelta deden twee Nederlanders mee

De eerste editie van de Vuelta a España was in 1935. Er deden twee Nederlanders mee: Marinus Valentijn en Gerrit van de Ruit. Twee sterke renners, die succesjes behaalden als leden van de Belgische ploeg. In kranteninterviews na afloop vertelden zij over hun belevenissen.

Informatiekrantje over de Vuelta van 1935, via Museu de Joguet de Verdú op Wikicommons

Door Wim Zonneveld

De eerste Vuelta van 1935 is een organisatorisch waagstuk dat zowel het geïndustrialiseerde noorden (met wielerindustrie en een eigen ronde in het Baskenland) als het onderontwikkelde zuiden aandoet. Vijftig renners vertrekken, onder wie zes Belgen, vier Italianen en twee renners uit Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland. Uiteindelijk halen 29 renners de finish in een ronde die loodzwaar is, niet alleen door het parkoers maar ook door niet-aflatende regenval al vanaf de eerste week.

Marinus Valentijn (1900-1991) en de veel jongere Gerrit van de Ruit (1911-1981) behoren midden jaren dertig tot de Nederlandse wegwielertop. Van de Ruit komt uit Capelle aan de IJssel bij Rotterdam; Valentijn is zowel het eerste grote wielertalent uit St. Willebrord als de eerste Nederlandse prof die zich op goede dagen kan meten met de internationale elite.

Marinus Valentijn en Gerrit van de Ruit

Valentijns indrukwekkende palmares omvatten o.a. winst in Den Haag – Brussel van 1929 en 1930 als onafhankelijke, en de Ronde van West-Brabant en het nationaal kampioenschap, verreden als tijdrit op de Veluwe, bij de profs in 1932. In de achtdaagse Ronde van Duitsland van 1931 geeft hij op als nummer 5 in de rangschikking na een zware valpartij in de vierde etappe; in het jaar erna wordt hij 6de bij het wereldkampioenschap in Rome op 6 minuten van winnaar Alfredo Binda.

In 1933 heeft hij een prachtig jaar met van juni tot en met oktober achtereenvolgens een derde plaats bij het NK, derde bij het wereldkampioenschap bij Monthlery in Frankrijk, achter de Franse Tour de France-winnaars Speicher en Magne, 16de in de Ronde van Zwitserland, derde in de Grand Prix des Nations, verreden als een loodzware tijdrit over 140 km. bij Parijs, en vierde in Rondom Zürich.

De jonge Van der Ruit ontwikkelt zich als een typische eendagsrijder. Hij wint in 1933 het NK bij de onafhankelijken en is in 1934 tweede bij de profs, achter de sterke Van Oers. Bij de WK’s wordt hij in 1933 negende in Monthlery en in 1934 vijfde in Leipzig. De Ronde van Vlaanderen beëindigt hij in 1933, 21 jaar oud, als elfde en in 1935 als vijfde, na de al even jonge Belgische winnaar Louis Duerloo.

Half april 1935, vlak voor de start in Spanje, nemen Valentijn, Van de Ruit en Van Oers deel aan de Grand Prix Lacroix, een vierdaagse rittenkoers bij Boulogne in noordwest Frankrijk. Het is een zware wedstrijd, slechts 36 deelnemers van de 188 starters bereiken de finish. De Belg Cyriel van Overberghe wint, Valentijn wordt 19de met veel pech, de andere twee vallen uit.

Belgen heersen, de Nederlanders doen het goed

De eerste Vuelta duurt van 29 april tot 15 mei 1935, en loopt van Madrid via Santander, Bilbao, Barcelona, Valencia, Granada en Sevilla terug naar de hoofdstad, in veertien etappes van zo’n 200 tot 300 kilometer elk. Acht etappes zijn middelzware tot zware bergritten.

De Spaanse favoriet Mariano Cañardo wint weliswaar een etappe, maar de ronde wordt volledig beheerst door de Belgen. Antoine Dignef wint twee etappes en François Adam een. De grote man is de 21-jarige Gustaaf Deloor, die drie etappes wint en het eindklassement, met Cañardo op 12 minuten; mede door het goede rijden van broer Alfons Deloor winnen de Belgen ook het ploegenklassement. Valentijn wordt derde in de eerste etappe in Valladolid en tiende in het eindklassement; Van de Ruit tweede in de achtste etappe in Valencia, achter de Duitser Max Bulla maar in de sprint gehinderd door het opdringende publiek, en dertiende overall.

Valentijn en Van de Ruit vertellen

Na afloop van de Vuelta verschijnen in de kranten uitvoerige interviews met de twee Nederlandse deelnemers, Valentijn (“vermagerd, maar tevreden met zijn succes”) in De Limburger Koerier en Van de Ruit (“teleurgesteld”) in Het Volk.

Valentijn ontvangt de interviewer “hier en daar gehavend en met pleisters beplakt”, maar heeft wel “boterhammen” op tafel gezet “geflankeerd door verleidelijke reepjes spek”. Hij vertelt over een harde, zware koers, met twee dagen warm weer en verbrande ploeggenoten, daarna “regende het echter baksteenen, zoo erg dat we tussenbeide door meren leken te rijden”.

Al in de derde etappe, van Santander naar Bilbao, verloor hij 40 minuten door na een Cantabrische klim van 21 km. te moeten afdalen zonder remmen. Problemen waren er met de taal, met de slecht georganiseerde hotels, vaak genoeg moest er met een lege maag aan de etappes worden begonnen, en met het eten, “’t Is daar alles olie wat je krijgt, er zit geen houvast aan”. Vooral Van de Ruit had daar last van gehad. “De arme jongen was er dagen ziek van, deed niks dan overgeven en zoo”, maar hij was er doorheen gekomen en had daarna “schitterend gereden.”

Etappeafstanden waren nog wel eens fictief, soms werd er “onderweg even een ommetje gemaakt, teneinde een onbekende gemeenschap van onze prestaties te doen genieten.” Zo werd 240 km. al gauw 300. “Alles bij elkaar echter was Valentijn zeer tevreden over de ploeg, waarbij hij was ingedeeld, de beide Deloor’s, Dignef, v.d. Ruit, over de verzorging en … zijn succes.”

Van de Ruit heeft zijn eigen verhaal over hoe hij in de Vuelta terecht kwam. “Ik zou starten in de wegwedstrijd Parijs-Brussel op 28 April. Maar ’s Woensdags daarvoor, toen ik in Gent was, kreeg ik uit Brussel een telefoontje van den samensteller van de Belgische ploeg of ik in de Ronde wilde rijden. Ik informeerde naar de condities en sprak af, dat ik Donderdagsochtends naar Brussel zou komen om verder de zaak te regelen. Toen ik de volgende dag aan het station te Gent kwam om naar Brussel te gaan, kreeg ik de boodschap, dat ik niet in de Ronde van Spanje behoefde te rijden. Ik keerde terug en haalde mijn fiets. Maar juist zou lk wegrijden, toen er weer werd opgebeld uit Brussel en ik toch moest komen, ’s Middags regelde ik m’n zaken en Vrijdag vertrok ik naar Spanje.”

Als lid van de Belgische ploeg mochten hij en Valentijn “niet demarreeren en waren de knecht voor de favoriet Guus Deloor.” Gerrit maakte op de tweede dag al een lelijke val, waarvan hij lang last heeft. Hij kon inderdaad niet wennen aan de olijfolie en had voortdurend last van zijn maag. De Spanjaarden werden bevoordeeld door het niet bestraffen van overtredingen van de reglementen zoals autohangen en bij het verdelen van het prijzengeld. “Onzen Belgischen verzorger Beekman” moest veel moeite doen om aan goed materiaal te komen. Toch, “de Spaansche bevolking leefde geweldig mee met de rijders”, en hoe ongeregeld ook, de “Ronde van Spanje had hem veel geleerd en daarom alleen was Van de Ruit blij aan die strijd te hebben deelgenomen”.

Na 1935

Valentijn wordt in juni 1935 in Hoogerheide voor de twee keer nationaal profkampioen op de weg. Hij “had op dezen dag alle concurrenten in zijn zak. Wel 40 K.M. heelt hij alleen gereden aan den kop. Een prachtig renner in zijn specialiteit met zijn volmaakten wegrennerszit, en zijn goed afgetrainde body.“ Hij verheugt zich op een nieuwe Ronde van Zwitserland, maar komt daarin in september al in de eerste etappe, een bergrit naar St. Moritz, te laat binnen.

Hij en Van de Ruit zetten hun carrière voort in het Zuid-Nederlands-Vlaamse wedstrijdencircuit, met regelmatig succes. Marinus Valentijn krijgt daarin gezelschap van zijn jongere broer Kees. Van de Ruit wint in 1937 de Acht van Chaam in de sprint voor Middelkamp, maar hij neemt dat jaar zonder succes deel aan de Tour De France, hij stapt na vijf etappes uit met een knieblessure door valpartijen.

De Belgische broers Gustaaf en Alfons Deloor keren terug naar de Vuelta en worden een en twee in 1936. De Spaanse burgeroorlog verhindert daarna vijf jaar lang verdere rondes. In 1946 start weer een zesmans Nederlandse ploeg, de Maastrichenaar Jan Lambrichs wint een etappe en behaalt een sensationeel derde plaats in het eindklassement, achter de Spanjaarden Langarica en Berrendero.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -