De discussie over de overlast van fietstoertochten is al bijna een halve eeuw oud
In Zuid-Limburg is het dit weekend nog drukker door wielertochten dan normaal. Een dodelijk ongeval bij de Fiets Elfstedentocht van 1979 leidde tot Kamervragen over de veiligheid van deze evenementen. Premier Van Agt was één van de 500 gewonden.
Dries van Agt in 1982. Foto Hans van Dijk via het Nationaal Archief
Op de dag vóór de Amstel Gold doen 15.000 wielerliefhebbers mee aan de toerversie. Eerder dit jaar was er al een debat in de gemeente Vaals, waar het college van B&W overwoog om zulke wielertochten te weren. Deze discussie wordt al bijna een halve eeuw gevoerd.
Fietsvandalen
Op 4 juni 1979, Tweede Pinksterdag, begon in Bolsward de jaarlijkse Fietselfstedentocht, voluit de Friese Elfsteden Rijwieltocht. Nooit eerder was er zoveel belangstelling geweest, waardoor de organisatie volkomen was verrast. Drie maanden voor aanvang hadden zich 12.000 deelnemers ingeschreven – het maximumaantal. Daarbij zaten invloedrijke figuren, zoals minister-president Dries van Agt, het PvdA-Tweede Kamerlid Harry van den Bergh, de wielrenners Gerrie Knetemann en Piet de Wit en de schaatsers Hans van Helden en Jeen van den Berg.
Het evenement liep uit op een chaos. ‘De avond tevoren begon de ellende al,’ schreef De Telegraaf enkele dagen later. ‘Knokpartijen en relletjes op het sportveld in Bolsward dat tijdelijk was ingericht als camping.’
Tijdens de tocht zelf wurmde een groot aantal deelnemers zich vloekend en tierend door de grote massa met fietsers, die niet snel genoeg aan de kant wilden gaan. De Telegraaf verzon er een nieuw begrip voor: fietsvandalen. ‘Verkeers- en veiligheidsregels gelden niet voor hen.’ Daarbij deden er ook nog eens zo’n 3.000 zwartrijders mee, waardoor het nóg drukker en gevaarlijker werd.
In dit gedrang waren veel ernstige valpartijen, waarbij zo’n 2.000 deelnemers betrokken waren. De 43-jarige M. Maasakker overleed na een val bij het dorpje Waaxens, ten noorden van Dokkum. In het ziekenhuis werden fietsers behandeld met een schedelbasisfractuur, hersenschuddingen en ernstig schouderletsel. Bandleider en liedjesschrijver Tonny Eyk hield er een heupfractuur aan over. Ook premier Van Agt keerde gehavend huiswaarts, al was het bij hem beperkt gebleven tot een kleine blessure. In totaal waren er ongeveer vijfhonderd gewonden.
Het leger der hardfietsers
Deze dramatische Fietselfstedentocht was het voorlopige dieptepunt van de escalerende rage van sportfieters. Dat waren niet de mensen, die dagelijks braaf heen en weer peddelden voor hun werk of school, maar de eigenaars van snelle sportfietsen.
In 1977 waren er in Nederland 1.324.000 fietsen verkocht, een recordaantal. Met name de sportfiets als tweede fiets was sterk in opmars, lichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek toe. Veel racefietsen werden verkocht zonder bel, reflector, een wit of reflecterend achterspatbord en verlichting, ook al waren die allemaal wettelijk voorgeschreven.
Zolang iemand alleen op pad ging, ging het meestal wel goed, maar in groepsvorm veranderden sommige van die sportfietsers in gewetenloze fietsvandalen. In waaiervorm namen ze de hele weg in weg in beslag en joegen de rest van het verkeer de berm in. Zelfs politieagenten doken weg om botsingen te voorkomen, ook tijdens de Fietselfstedentocht van 1979.
Dagblad Trouw was verbaasd door al dat gedoe. ‘Een paar jaar terug zou niemand er aan gedacht hebben, dat er nog eens speciale spelregels nodig zouden zijn voor het toerfietsen op de weg,’ aldus deze krant op 21 juni 1980. ‘Maar wie nu op een zonnige zondag de duinen intrekt, ervaart het conflict aan den lijve. Met grote snelheid davert het leger der hardfietsers over de paden, daarbij wandelaars en rustiger peddelaars in de berm drukkend.’
Het aantal verkochte fietsen was in dat jaar dan ook de grens van twéé miljoen gepasseerd. Alleen al voor de sportfietsen was er zo in één jaar zo’n één miljard gulden uitgegeven – in onze tijd vergelijkbaar met ruim een miljard euro. Bij de nationale fietsdag van de ANWB van 1980 waren ongeveer 225.000 deelnemers geweest – een absoluut record.
Proefproces
In 1976 had het nieuwe verschijnsel van groepsrijders geleid tot een eerste proefproces tegen de voorzitter van een Limburgse voetbalclub, die was veroordeeld tot een kleine boete als organisator van een fietstoertocht zonder vergunning. De officier van justitie in Maastricht was daarna bewust in hoger beroep gegaan om een uitspraak op hoger niveau uit te lokken, in laatste instantie tot bij de Hoge Raad.
‘De kantonrechter is het overigens met de officier van justitie eens over de onveiligheid van dit soort toertochten,’ schreef de Volkskrant op 25 februari 1976. ‘Allebei vinden ze dat de honderden trimfietstochten die elk weekeinde door het hele land worden gehouden het karakter van wedstrijden hebben gekregen. Zo zouden ze een gevaar voor het verkeer betekenen.’ Precies een jaar later werd de eerste juridische uitspraak bekrachtigd door de rechtbank in Maastricht.
Kamervragen
In december 1979 stelde PvdA-Kamerlid Harry van den Bergh vragen aan staatssecretaris Wallis de Vries over de veiligheid van wielertochten. Een half jaar eerder had Van den Bergh met eigen ogen gezien hoe het in Friesland helemaal mis was gelopen, waarbij dus zelfs de premier van Nederland betrokken was geraakt. Daarom moesten er strengere richtlijnen komen, vond de parlementariër, inclusief een maximum-snelheid. De vertrekpunten moesten over meerdere plaatsen worden verspreid om de drukte te verspreiden.
Twee maanden later stemde de staatssecretaris in met een maximumsnelheid van 25 kilometer per uur. In overleg met de KNWU, de Nederlandse Rijwiel Toer Unie (de huidige NTFU) en de Stichting Friese Elfstedentocht moest verder worden gekeken naar het vastleggen van maximumaantallen deelnemers, handhaving en de verspeide start.
Onder deze druk werd in 1980 opnieuw de Fietselfstedentocht gehouden. Er was een maximumsnelheid ingevoerd, werd per brief medegedeeld aan alle deelnemers. Tot grote opluchting waren er geen incidenten. “Het viel ’s morgens bij de start meteen al op dat de mensen lief voor elkaar waren”, merkte de organisatie op.
Alleen premier Van Agt was er niet meer bij, want die had zekerheidshalve toch maar besloten om niet mee te doen.