De Grooten Limburgschen Bergprijs van 1942 was de eerste wielerklassieker in Nederland
De Amstel Gold Race is de enige Nederlandse wielerklassieker. Toch werd de Grooten Limburgschen Bergprijs van 1942 ook al zo aangekondigd. John Braspennincx was de winnaar – alias D’n Bras, alias D’n Flap, alias Koning der Kermiskoersen, alias Koning der Smokkelaars, alias Koning der Pantserwagens.
Finish van de Ronde van Nederland in Maastricht in 1948. Er is helaas geen beeld van de Grooten Bergprijs van 1942. Foto via Historisch Centrum Limburg.
Dit weekend is de Amstel Gold Race. Het is de enige klassieker van het Nederlandse wielrennen, officieel dan. Ruim tachtig jaar geleden was er namelijk ook al één.
Neerlands nieuwe, groote klassieker
Een jaartje of honderd geleden ging het helemaal niet goed met Nederlandse wielrennen op de weg. En dan niet door een gebrek aan talent, maar een overvloed aan beperkende wetten in ons land – vooral de Motor- en Rijwielwet van 1905. Die wet was eigenlijk bedoeld om het toenemende aantal auto’s en motoren in banen te leiden, maar daarin was ook een algemeen verbod opgenomen voor wielerwedstrijden op de openbare weg, ‘tenzij er verlof is gegeven’. Zo waren er tientallen jaren lang bijna geen wegwedstrijden in Nederland en al helemaal geen wielerklassiekers, zoals de Ronde van Vlaanderen toen al genoemd werd.
Vooral in Limburg werd er jaloers gekeken naar de Belgische wielercultuur, die geen last had van zo’n stomme wet. Tijdens de oorlogsjaren werd in die provincie zelfs een wegwedstrijd gehouden, die werd omschreven als een klassieker. Ze speelde zich gedeeltelijk af op een circuit en gedeeltelijk op de open weg. Dat was inmiddels dus mogelijk, alhoewel er wel weer een verordening uit 1941 was dat zulke wedstrijden niet meer dan honderd kilometer lang mochten zijn – vooral vanwege het gebrek aan voedsel voor de renners.
Begin augustus 1942 was de aankondiging voor ‘Neerlands nieuwe, groote klassieker’, gehouden op 6 september en wél langer dan honderd kilometer. De Limburger Koerier gebruikte hiervoor grote woorden: ‘Een internationale wedstrijd, de grootste van Nederland van het seizoen.’ Met als uitsmijter: ‘Zelfs het buitenland zal ons er om benijden.’
Twaalf keer de Slingerberg
‘Precies zit het zoo’, aldus Het Nationale Dagblad, het partijblad van de NSB. ‘De start vindt plaats in Bunde, een lief dorpje op de Belgische grens, iets ten Noorden van Maastricht. De renners rijden op het Bundensche circuit tien ronden, die ongeveer veertig minuten in beslag nemen. Dan gaat het naar Geulle, een afstand van 3500 meter. In Geulle ligt immers de beroemde Slingerberg, die twaalf keer genomen moet worden. Deze Slingerberg, die werkelijk moordend is, zal bijna twee uren tijd vragen. Dan weer terug naar Bunde, waar op het eerste circuit de eindstrijd wordt geleverd, die ongeveer een uur zal vragen. De wedstrijd zal dus ongeveer vier uur duren.’

Vanuit Nederland meldde zich zo’n beetje de hele wielertop. In aanloop naar deze koers werd verder bekend dat er Belgische rijders mee zouden doen, en misschien zelfs Franse. Een radioverslag zou het wedstrijdverloop volgen. ‘Nooit hebben we zooiets in Nederland gehad,’ volgens Het Nationale Dagblad. ‘Het is een klassieker, waarop zelfs de Belgen gebrand zijn.’
Op de dag zelf stonden er duizenden mensen langs de route, maar het aantal Belgische deelnemers viel tegen, onder meer omdat de douane een groot aantal rijders weigerde door te laten. Van Fransen was al helemaal geen sprake en dan mislukte de radio-uitzending door falende apparatuur ook nog eens. Er is ook geen foto van te vinden en daarom kijk je naar een afbeelding uit 1948 vanuit Maastricht.
Toch was het een spectaculaire koers met een overwinning voor John Braspennincx, die in die tijd niet alleen zeges verzamelde, maar ook de prachtigste bijnamen als D’n Bras, D’n Flap, Koning der Kermiskoersen, Koning der Smokkelaars en Koning der Pantserwagens.
Jean Schweitzer uit Maastricht was de bergkoning van de dag, want van de twaalf beklimmingen van de Slingerberg kwam hij acht keer als eerste boven. Het was voor hem de doorbraak als renner.
Enige editie
Het seizoen erop moest er daarom opnieuw een editie komen, op 29 juli 1943. Daar is het nooit van gekomen, net zoals in het jaar daarna. Zo bleef het bij deze ene keer, waarmee we niet bepaald kunnen spreken van een wielerklassieker op het internationale podium. Maar goed, het is in ieder geval geprobeerd en dat ook nog eens onder uitzonderlijk moeilijke omstandigheden.
Hoe snel dit avontuur alweer was vergeten, bleek op 28 april 1946 toen de Ronde van Limburg werd gereden onder de naam M.P.M.-koers, ofwel Maas-Peel-Mijnstreek. Het werd aangekondigd als de eerste Nederlandse wielerklassieker, zonder verwijzing naar de Bergprijs van 1942. Met slechts drie jaargangen kwam ook deze koers nooit tot bloei, zoals Benjo Maso uitgebreid beschreef in Nederland heeft de gele trui: over wielrennen in de lage landen.
Weer geen klassieker dus, waarop ons land daarom moest wachten tot de eerste Amstel Gold Race in 1966.