De Olympische Spelen van 1900 in Parijs waren zo’n puinhoop dat er 123 jaar later nog steeds verwarring is
NOC*NSF gaat de Nederlandse sporters eren, die in 1900 in Parijs met succes meededen aan de Olympische Spelen en de zogenaamde Tentoonstellingsspelen. Het gaat onder meer om de Limburgse wielrenner Mathieu Cordang.
Mathieu Cordang in 1897. Foto uit het publieke domein via de Gallica Digital Library en Wikicommons
Een jaar geleden ontving NOC*NSF een brief van Stan Cordang en Lammert Visscher, respectievelijk de kleinzoon en echtgenoot van de oudste kleindochter van Mathieu Cordang. Ze schreven over hun beroemde voorouder, die in 1900 in Parijs was geweest, waar hij de 24-uurswedstrijd en de 3.000 meter had gewonnen. Op de 10.000 meter eindigde hij op de tweede plaats.
Volgens de huidige overlevering was dat allemaal tijdens de Olympische Spelen gebeurd, zodat Cordang tweevoudig olympisch kampioen is. Het IOC heeft die prestaties alleen niet erkend, waarop een verzoek tot eerherstel is ingediend. ‘Wij willen ons sterk maken om in 2024 op de Olympische Spelen te Parijs de drie oorkonden alsnog verstrekt te krijgen,’ aldus het tweetal. De gemeente Roermond ondersteunde die aanvraag.
In opdracht van NOC*NSF heb ik daarna onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van Cordang in 1900 in Parijs, waar toen zowel de Olympische Spelen waren als de sportevenementen van de Wereldtentoonstelling. Het is precies die gelijktijdigheid, die het in 2023 niet bepaald makkelijk maakt om Cordang zomaar te beschouwen als tweevoudig olympisch kampioen.
Onverslaanbaar
Wielrenner Mathieu Cordang was eind negentiende eeuw bijzonder populair. Samen met tijdgenoten Jaap Eden en Harie Meijers behoorde hij tot de eerste Nederlandse sporters met internationale bekendheid. Deze populariteit is ook voor de sport zelf belangrijk geweest, want daardoor kwamen er drie nieuwe wielerbanen. In 1895 bijvoorbeeld werd in Amsterdam de eerste houten baan van ons land aangelegd.
De wielerbaan van Amsterdam in 1895, ter hoogte van de Sophialaan. Foto via het Stadsarchief Amsterdam
Cordang was vooral op de zeer lange afstand onverslaanbaar. Zo had hij records bij de 24 uur met levende gangmaking (991 kilometers en 651 meter), 24 uur achter motorgangmaking (1030 kilometer en 110 meter) en de duizend kilometer. Hiermee verwierf hij de illustere bijnaam ReCordang.
Zeer opmerkelijk was zijn wedstrijd in 1895 tegen de trein tussen Maastricht en Roermond. De trein moest 47 kilometer afleggen – twee minder dan Cordang – maar toch kwam de wielrenner als eerste aan.
In 1900 kwam Cordang in actie in Parijs en eindigde twee keer op de eerste plaats. Het was alleen voor iedereen onduidelijk dat hij had meegedaan aan een olympisch onderdeel – óók voor de wielrenner zelf. Het is het begin van de grote verwarring.
De actualiteit van de geschiedenis
Het is relevant om die gebeurtenissen van 123 jaar geleden aan een nieuw onderzoek te onderwerpen. Dat zeg ik niet alleen om mijn verdienmodel te beschermen, want twee recente voorbeelden van nieuwe opvattingen over de olympische geschiedenis hebben wereldwijd de aandacht getrokken. In beide gevallen ging het dan om seksisme en racisme binnen de internationale sport.
De Franse sportvrouw Alice Milliat is daardoor in een compleet nieuw daglicht gekomen. Ruim honderd jaar geleden benaderde ze het IOC en de internationale atletiekbond met het verzoek om vrouwen toe te laten, maar tevergeefs. Milliat richtte daarom haar eigen internationale vrouwensportbond op, die zo succesvol was dat beide sportbonden zich in 1928 gedwongen voelden om vrouwen toe te laten.
Het was het begin van de internationale vrouwensport. Bij de komende Zomerspelen doen voor de eerste keer evenveel mannen als vrouwen mee, als voorlopig slotstuk van deze moeizame emancipatie. En dat gebeurt dan nota bene in Parijs, de stad van de conservatieve De Coubertin en de progressieve Milliat. Deze combinatie van actualiteit en geschiedenis heeft ervoor gezorgd dat de olympische beweging het werk van Milliat eindelijk erkent en gebruikt als inspiratie.
Alice Milliat in 1920, foto Bibliothèque nationale de France via Europeana
Een tweede voorbeeld betreft de Amerikaanse atleet Jim Thorpe. In de zomer van 2022 besloot het IOC om hem alsnog te erkennen als tweevoudig olympisch kampioen van 1912, op de vijfkamp als de tienkamp. Een jaar na zijn overwinningen ontnam het IOC hem zijn medailles, omdat hij professioneel atleet zou zijn, toen absoluut verboden. Op de achtergrond speelde mee dat hij vanwege zijn inheemse achtergrond het slachtoffer was van racisme.
Pas 110 jaar na de gebeurtenissen ging het IOC eindelijk over tot eerherstel, overigens zonder diepgaand en pijnlijk zelfonderzoek. Zo zijn er nog wel wat andere schandalen, die de olympische beweging weleens opeens mag bekijken, maar dat komt nog wel een keer.
In 2012 was er in Stockholm een expositie over Jim Thorpe. Foto Statens Etnografiska Museet Sweden – CC BY-NC-ND – via Europeana
De verwarrende situatie van 1900
En zo kijken we nu dus terug naar de Olympische Spelen van 1900 in Parijs voor een nieuw perspectief. Onder sporthistorici is bekend dat er veel onduidelijkheden zijn over die tijd. De omstandigheden van toen zijn absoluut niet te vergelijken met de Olympische Spelen van nu.
Om te beginnen was het IOC erg zwak, want deze organisatie was in 1900 slechts zes jaar oud. Er waren daarom grote organisatorische problemen. Ook het vastleggen van de resultaten van de deelnemers verliep dramatisch. Er bestaan geen oorspronkelijke informatiebronnen, waarvan we gebruik kunnen maken. Alles is gebaseerd op reconstructies.
Wat het helemaal ingewikkeld maakt, is dat de Olympische Spelen tegelijk waren met de sportevenementen van de Wereldtentoonstelling in Parijs. Er waren zelfs olympische onderdelen ondergebracht bij de Tentoonstellingsspelen, wat voor het IOC handig was, omdat het daarmee gebruik kon maken van een betere infrastructuur. In 2023 is het daardoor wel grotendeels onduidelijk wat nou wél en wat niet olympisch was.
Alleen de atletiekonderdelen werden in 1900 officieel gepresenteerd als olympisch. Het baanrennen werd in de media uit de tijd zelf nadrukkelijk gekoppeld aan de Tentoonstellingsspelen, net als de andere onderdelen.
Nederland was sowieso slecht op de hoogte van de Olympische Spelen, omdat ons land in 1896 niet had meegedaan aan de eerste editie in Athene. Er bestond niet eens een Nationaal Olympisch Comité in ons land. Zo was er maar één Nederlandse ooggetuige in Griekenland geweest, die hierover schreef in dagbladen en tijdschriften. Geen enkele Nederlandse sporter, bestuurder of journalist stelde zich in 1900 daarom de vraag welke onderdelen wél tot de Olympische Spelen behoorden en welke niet.
We moeten daarom voorkomen dat we met onze ideeën over de Olympische Spelen terugkijken naar 1900. Alle huidige kenmerken ontbraken toen. De vijf ringen bestonden nog niet (sinds 1920), er was geen openingsceremonie of slotceremonie (sinds 1908), deelnemers schreven zich individueel in en niet per land (sinds 1908), er bestonden geen gouden olympische medailles (sinds 1904), er was geen medailleceremonie (sinds 1932), vrouwen werden alleen bij zeer hoge uitzondering toegelaten, er was geen olympisch motto (sinds 1908), géén olympisch vuur (sinds 1928) en geen fakkeltocht (sinds 1936).
Onder deze omstandigheden had niemand in Parijs kunnen voorzien dat de Olympische Spelen in de decennia daarna uit zouden groeien tot het grootste terugkerende evenement ter wereld. Wat Cordang toen deed, was indrukwekkend, maar niet vanuit olympisch perspectief.
De verwarrende situatie van 2023
Bijna 125 jaar later is er alleen maar méér verwarring over Parijs 1900. Zo werd in 1928 in het Olympisch Stadion in Amsterdam een eregalerij aangelegd met de namen van alle olympisch kampioenen uit Nederland tot dat moment. Daar staan géén namen van Parijs 1900 op, ook al waren er Nederlandse winnaars.
In 2012 erkende het IOC met terugwerkende kracht dat de Nederlandse roeiers Roelof Klein en Francois Brandt in 1900 olympisch kampioen waren geworden in de twee met stuurman. Zij deden echter ook mee aan de Tentoonstellingsspelen en niet aan de Olympische Spelen. Door die erkenning heeft het IOC wel een precedent geschapen om alle winnaars van de Tentoonstellingsspelen met terugwerkende kracht te erkennen als olympisch kampioen. Volgens die gedachte zou het daarom logisch zijn als dit bij Cordang wordt toegepast.
Training van Brandt en Klein in 1900 met een gewone stuurman. Via roeihistoricus Johan ten Berg.
NOC*NSF heeft het IOC dan weer niet gevolgd met die erkenning van Klein en Brandt. Er is dus al elf jaar lang een verschil van opvatting binnen de olympische beweging zelf over de Nederlandse olympische kampioenen! En zo vervalt het precedent dus weer.
In de tijd zelf werden de wielerwedstrijden in de Nederlandse media gezien als onderdeel van de Wereldtentoonstelling en niet van de Olympische Spelen. Cordang werd toen daarom al niet beschouwd als olympisch kampioen. Pas in 2008 (!) noemde Ton Bijkerk in het naslagwerk Olympisch Oranje Cordang voor de eerste keer. Bijkerk is grondlegger van de olympische geschiedschrijving in Nederland, die in zijn boeken uit 2000 en 2004 nog niets schreef over de Nederlandse baanrenners van 1900. Ook binnen sporthistorische kringen wordt Cordang dus pas redelijk kort in verband gebracht met de Olympische Spelen.
Dat leverde in 2008 dit overzicht van Bijkerk op van alle Nederlandse winnaars in 1900.
- Gerard Anne van den Bergh: schieten; militair geweer – 200 meter, junioren.
- Harie Meijers: wielrennen; 2.000 meter sprint, professionals.
- Harie Meijers (met de Italiaan Fernando Tommaselli): wielrennen; tandem over 2000 meter, professionals.
- Mathieu Cordang: wielrennen; 3.000 meter sprint, professionals.
- Mathieu Cordang: wielrennen; 24 uurs-race met gangmaking (Bol d’Or), professionals.
- Francois Brandt en Roelof Klein: roeien, twee met stuurman, met een onbekend jongetje als stuurman.
Harie Meijers. Foto uit het publieke domein via de Gallica Digital Library en Wikicommons
En zo is dan de huidige situatie, die maximaal onduidelijk en verwarrend is. Dat kan bijna niet anders, omdat het toen al een zooitje was. In aanloop naar de komende Zomerspelen in Parijs komen al die verhalen wel van pas om opnieuw uit te zoeken en ze van een nieuwe context te voorzien.
Stan Cordang en Lammert Visscher laten al jaren zien hoe dat moet met een monument voor de wielrenner en een park in Swalmen, dat naar hem is vernoemd. En dan is er ook nog een boek gemaakt. Inmiddels hebben ze het IOC benaderd om alsnog die olympische erkenning te krijgen, iets waarover NOC*NSF zich niet kan uitspreken.
Zo is er genoeg om over te praten op de informatiebijeenkomst, die NOC*NSF in oktober organiseert over die verwarrende Olympische Spelen van 1900 – of waren het nou de Tentoonstellingsspelen? Hoe dan ook: Mathieu Cordang was één van de grootste Nederlandse sporters uit de absolute begintijd. Daarover is in ieder geval geen verwarring, want daar waren de sportjournalisten het toen ook al mee eens.