NieuwWielrennen

De pioniers van de BMX komen niet uit de Verenigde Staten, maar uit Hilversum en Eenrum

De geschiedenis van de BMX gaat terug naar de Amerikaanse westkust van de jaren zestig. Zo luidt tenminste de officiële versie, maar meteen na de Tweede Wereldoorlog wemelde het al van de pioniers in Hilversum en Eenrum. We hebben film uit 1949.

Heel kort samengevat is BMX de fietsende variant van de motorcross. Volgens de officiële geschiedschrijving, zoals vastgelegd bij het UCI en het Internationaal Olympisch Comité, moeten we voor de oorsprong een dikke halve eeuw terug in de tijd. ‘Het begon in Californië, in dezelfde tijd dat de motorcross populair werd in de Verenigde Staten. De gemotoriseerde versie van de sport was de inspiratiebron voor de op menskracht gebaseerde competitie.’

Cyclespeedway

Dat klopt niet, want de oudste meldingen in Nederland van wielerwedstrijden als imitatie van de motorcross zijn van meteen na de Tweede Wereldoorlog – twee decennia eerder dan officieel vastgelegd. Door heel het land waren toen wedstrijden in het zogenaamde cyclespeedway, door Gooi- en Eemlander op 4 september 1948 omschreven als ‘een imitatie van de populaire motor speedway, niet op motors doch op fietsen.’

De gemotoriseerde versie van de sport was daarmee de inspiratiebron voor deze op menskracht gebaseerde competitie. In Hilversum was dat wel heel erg duidelijk, want in 1948 werd daar het speedway-team De Hollandse Leeuwen opgericht, gemotoriseerd.

Nog in datzelfde jaar volgde De Hollandse Welpen, een club van jonge speedway-fietsers, niet gemotoriseerd. ‘De jongens trainen regelmatig op grintpaden en verharde zandgedeelten in de omgeving van Anna’s Hoeve,’ opnieuw volgens Gooi- en Eemlander. Dat gebeurde onder leiding van Hartog de Ronde, ‘die zijn veelzijdige ervaring op het gebied van motorsport in dienst stelt van de jeugdige speedway-enthousiasten.’

Britse pioniers

In 1956 sprak tijdschrift Sportief met De Ronde over die beginjaren. Aanvankelijk dachten de Hilversummers een compleet nieuwe sport te hebben uitgevonden, maar tot hun grote verbazing bestonden er in heel Nederland al tientallen clubs. Pas toen hoorden ze voor het eerst van de naam van hun sport: cyclespeedway.

Nog groter was hun verbazing toen er een brief uit Groot-Brittannië arriveerde met de mededeling dat er daar duizenden beoefenaren bestonden met onderlinge wedstrijden tussen Engeland, Schotland en Wales. De sport bestond daar al sinds de jaren twintig, waarmee BMX, met alle historische voorlopers erbij, dus minimaal veertig jaar ouder is dan het IOC en de UCI denken. En daarnaast is niet Californië de geboorteplaats, maar Groot-Brittannië.

De eerste wedstrijden

In die beginfase was het natuurlijk pionieren, want alles was nieuw. Gelukkig heeft Sportgeschiedenis filmbeeld uit 1949 gevonden van de eerste officiële wedstrijd cyclespeedway. Nog in datzelfde jaar was het eerste nationale kampioenschap, gewonnen door Henk de Bruin uit Hilversum.

De brief uit Groot-Brittannië opende een hele nieuwe wereld voor de crossers uit Hilversum. Ze waren inmiddels uitgegroeid tot de besten van het land, vooral omdat ze een bijzondere collectie fietsen op de kop hadden getikt. Het ging om Franse fietsen, die kort na de Bevrijding waren geïmporteerd en aanzienlijk kleiner en lichter waren dan de standaardfiets in Nederland. Deze Franse exemplaren waren veel wendbaarder, al helemaal als het frame aan de achterkant ook nog eens met tien centimeter werd verlaagd. De Hollandse Welpen werden zo bijna onverslaanbaar in eigen land.

De wedstrijden tegen de Engelsen waren dan weer van een heel ander kaliber, al was het maar omdat de tegenstanders tientallen jaren ervaring hadden. In april 1950 kwamen er vijfentwintig Engelsen naar Hilversum voor een directe confrontatie – de eerste internationale ontmoeting in deze sport! Er was zelfs een landenwedstrijd Nederland—Engeland, kort na de oprichting van de National Amateur Cycle Speedway Association. De Britten wonnen die met maar liefst 51-28.

Een half jaar later volgde een Nederlands tegenbezoek voor wedstrijden met duizenden toeschouwers, onder meer in Londen. Waar de crossers uit Hilversum in april nog met grote cijfers ten onder gingen, wisten ze een half jaar later hun Britse tegenstanders wél te verslaan. ‘De gastheren zijn vol bewondering over de prestaties van de Hollanders’, aldus Gooi- en Eemlander op 1 november 1950.

In alle vreugde werd de reis ter plekke met vier dagen verlengd. Na de thuiskomst van de jonge rijders werden ze feestelijk ontvangen door Hilversum.

De Hollandse Welpen in november 1950 na terugkomst uit Groot-Brittannië. V.l.n.r. E. Klomp, M v.d. Brakel, H. De Bruin,. H Portengen, H. De Ronde en H. Bekkers. Foto via Gooi en Vecht Historisch

Eenrum

Ongeveer in diezelfde tijd was er ook een interessante ontwikkeling in het Groningse dorpje Eenrum, waar jongeren een sport hadden bedacht, die ze fietsencross noemden. Het Nieuwsblad van het Noorden schreef op 14 augustus 1959 over de jaarlijkse kermis van het dorp: ‘De traditionele cross van de jeugd van Eenrum die ieder jaar in de kermisdagen wordt verreden, gold ditmaal een jubileum want deze keer was het de vijfde.’

Er werd in die regio toen al zeven jaar aan de fietsencross gedaan, zei Wybe Westra op De Marne Nieuws.NL. “Er was niks. De Duitsers hadden in de oorlog alles meegenomen. De motorclub werd in 1947 weer op poten gezet en die hadden een racebaan rond de boerderij van Prenger, de laatste boerderij aan de Eenrumerstreek, in de bocht voor de Hornsterweg. Je verveelt je, je hangt wat rond en ineens is het idee er. We gaan met de fiets op de racebaan. We waren 12, 13 jaar. En die baan was veel te lang en eigenlijk ook te gevaarlijk. We reden er maar een stuk van.”

Fietscross van Eenrum in 1973, ter ere van het twintigjarige bestaan van dit evenement. Foto via de Beeldbank Groningen

Deze fietscross was dus verzonnen door de plaatselijke jeugd zelf, ongeveer in dezelfde tijd als De Hollandse Welpen begonnen. In 1955 mochten de jongeren in Eenrum meedoen aan het programma van de kermis, wat uitliep op een groot succes. In 1959 kwamen er maar liefst 1400 mensen kijken naar het spektakel dat volgens de omschrijving inderdaad herkenbaar is als de fietscross: ‘Kuilen gegraven, bochten gelegd, een springschans, hellingen, alles was aanwezig op deze baan.’

En ook hier was de motorcross het voorbeeld met klasses ingedeeld in cc. Hoe jonger de rijder, hoe lager het aantal cc. In 1960 werd ook nog de zijspan ingevoerd als nieuw onderdeel. Die zijspan bleek alleen iets te hoog gegrepen, want veel rijders verloren onderweg hun bijrijder.

In Californië waren ze toen nog niet eens begonnen met de normale fietscross. Het wordt daarom eens tijd dat de UCI en het IOC een nieuw onderzoek starten naar de oorsprong van BMX, om te beginnen bij het cyclespeedway in Engeland en Nederland.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.