Het eerste fietspad van Nederland werd in 1885 in Utrecht geopend
Op 15 september 1885 werd in Utrecht het eerste officiële rijwielpad van ons land in gebruik genomen.
Een tekening van de Maliebaan in de jaren 80 van de negentiende eeuw met op de achtergrond een vélocipède, gemaakt door W. de Famars Testas. Via het Utrechts Archief.
De fiets is een zeer belangrijk vervoersmiddel in ons land, om het nog niet te hebben over sportieve activiteiten. Het is daarom amper voor te stellen dat er ooit een tijd was dat de tweewieler nog volkomen onbekend was.
Rond 1885 was dat zeker zo, al was het maar omdat de ouderwetse vélocipède niet alleen erg duur was, maar ook zeer onhandig in het gebruik. De overgang naar de moderne fiets eind negentiende eeuw zorgde er opeens voor dat dit object goedkoper werd én makkelijker hanteerbaar. Er was alleen nog een probleem: de slechte wegen. De auto was tenslotte nog niet uitgevonden en de bijhorende verharde wegen ook niet.
Dat maakt de innovatie in Utrecht van 1885 zo bijzonder, toen een wandelpad op de Maliebaan werd ingericht als rijwielpad. Het tijdschrift Oud Utrecht blikte er in 1929 in een artikel op terug. ‘Met de welwillende medewerking van enkele lezers is het gelukt ter bestemder plaatse de doopceelen te lichten.’
Antoon Oudemans
In Utrecht bestonden al twee rijwielclubs. En dan was de Maliebaan ook nog eens de plek waar de Algemene Nederlandse Wielrijders Bond na de oprichting in 1883 het hoofdkantoor opende. Nog zonder eigen rijwielpad doken daar zo al de eerste fietsen op, vooral bestuurd door studenten, onder wie Antoon Oudemans. Hij stelde in 1885 een verzoekschrift op voor burgemeester en wethouders om een deel van de Maliebaan vrij te maken voor het rijwiel. Namens nog 44 andere eigenaren diende hij deze aanvraag in, die positief werd beantwoord voor het deel van de huidige Museumlaan tot aan de Nachtegaalstraat.
‘Daarmee beschikten de fietsers voor het eerst in de stad Utrecht over een plek waar ze goed konden rijden,’ aldus Hans Buiter, verenigingshistoricus van de ANWB. ‘De opengestelde wandelstrook langs de Maliebaan was voorzien van gravel waarop fietsers zonder al te veel schokken konden rijden. Aangezien fietsen in 1885 nog geen luchtbanden hadden, was dit een groot voordeel. Ook hadden de fietsers op de strook voorrang. Voetgangers moesten uitwijken. De gemeente plaatste bordjes aan het begin en aan het eind van de strook die aangaven dat het hier een rijwielpad betrof, net als ze gedaan had bij de markering van het ruiterpad aan de overzijde van de Maliebaan. De gelijkstelling met de ruiters weerspiegelde dat het om een sportactiviteit ging.’
Er was wel een voorwaarde aan verbonden, want alleen de 45 personen van het verzoekschrift kregen daarvoor toestemming – strikt persoonlijk. Mej. S. Kol was de enige vrouw van deze groep. Ook mochten de gebruikers alleen maar keren aan begin of eind van dit pad, en niet ergens halverwege. Op 26 mei 1887 werd het rijwielpad verlengd, waarbij verder iedereen toestemming kreeg om daarvan gebruik te maken. Vanaf dat moment was het rijwielpad dus geheel openbaar.
Dit pad op de Maliebaan is daarmee de oudste melding, die we hebben van een afgesloten rijwielpad. Dat wil niet zeggen dat er eerder al andere steden waren geweest, die dit al hadden gedaan, merkte zowel Oud Utrecht als Buiter op. ‘De ondertekenaars van het verzoekschrift tot openstelling voerden in hun pleidooi aan B&W juist het argument aan dat in andere Nederlandse steden dergelijke wandelstroken al voor fietsers waren opengesteld,’ merkte Buiter op, ‘en dat er zelfs al in enkele plaatsen speciale fietspaden waren aangelegd.’
Zolang we geen bewijs van een ouder rijwielpad hebben, houden we het erop dat Utrecht de eerste van ons land was.