Johan van der Velde in Luik – Bastenaken – Luik
Johan van der Velde kwam in 1981 als eerste over de finish bij Luik – Bastenaken – Luik. Achteraf werd hij gediskwalificeerd.
Johan van der Velde in 1980. Foto Marcel Antonisse via het Nationaal Archief
Door Ronnie van den Bogaart
Er bestaan foto’s van de finish van Luik – Bastenaken – Luik 1981. We zien een dolgelukkige maar verkrampt juichende Johan van der Velde in het shirt van Raleigh. Schuin achter hem een door de omstandigheden getekende Zwitser Joseph Fuchs, berustend in de nederlaag en met de aanblik van een veertigjarige. Tim Krabbé vermoedde indertijd dat Van der Velde geen idee had wie die ‘oude Zwitser’ was die hij daarnet had geklopt.
Grasmaaier
Ook op 19 april 1981 was het weer in de Ardennen dus niet om over naar huis te schrijven. Al deed Peter Winnen dat wel in ‘Van Santander naar Santander – Brieven uit het wielerpeloton’:
“Half bevroren na een urenlange tocht door sneeuw-, hagel- en regenbuien arriveerde ik in het gezelschap van een tengere en bibberende Italiaan in Spa. Het gewone verkeer had alweer bezit genomen van het parcours. We waren gelost, uit koers gestapt en voornemens vanaf Spa de kortste weg naar Luik te zoeken.”
Neo-prof Peter Winnen ontdekte die dag dat afstappen ook een kunst is. Luik bereikte hij uiteindelijk achterin een hobbelend Transitbusje, in het gezelschap van een grasmaaier en de eerder genoemde Italiaan.
Topfavoriet Bernard Hinault, die dat jaar al Parijs – Roubaix en een mistige Amstel Gold Race had gewonnen, finishte wel in de straten Luik, maar met een behoorlijke achterstand op de winnaar. “Kapot”, meldde de Breton na afloop, “Dat heeft de regen me gelapt. Ik zat op de fiets te rillen … het is niet alle dagen feest.” Hinault werd uiteindelijk achttiende. Van de van de 126 gestarte renners haalden er slechts 25 de finish. Onder hen maar liefst acht Nederlanders.
Hellingen, inzinkingen en valpartijen
De slag viel al voor de steile beklimming van La Redoute. Op de Côte de Mont Theux ontstond een kopgroep van vier renners. Daarin een nog jonge Johan van der Velde (24) en de vaak onderschatte Belg Ludo Peeters, allebei van Raleigh. En van Cilo de Zwitsers Joseph Fuchs en Stefan Mutter. Fuchs was een toen tweeëndertigjarige klimmer die aan zijn laatste seizoen als prof bezig was. Een voormalige helper van renners als Francesco Moser en Giuseppe Saronni. Hij werd ooit achtste in de Tour en een keer vijfde in de Giro.
In één van zijn ‘43 Wielerverhalen’ vatte Tim Krabbé destijds het verdere koersverloop uitstekend samen. ‘Een samenloop van hellingen, inzinkingen en valpartijen’. Die valpartij was van Van der Velde. In het wiel van de ontsnapte Mutter gleed hij in een bocht onderuit. Peeters en Fuchs kwamen weer bij Mutter, waarop Fuchs demarreerde.
In ‘Langs het ravijn’, de boeiende biografie van Johan van der Velde door Bart Jungmann, wordt deze wedstrijd uitgebreid beschreven. ‘Rijden, godverdomme rijden’, riep ploegleider Peter Post naar Van der Velde die inmiddels alweer in volle achtervolging was op de koplopers. Hij reed Mutter en Peeters voorbij, sloot in de straten van Luik aan bij koploper Fuchs, om deze in de sprint vervolgens vrij gemakkelijk te kloppen.
Bedrijfsongeval
Maar daarmee is het verhaal van deze Luik – Bastenaken – Luik nog niet helemaal verteld. Dat kreeg namelijk nog een staartje. Tijdens de Ronde van Romandië bleek dat Johan van der Velde in Luik bij de dopingcontrole positief had getest op een hormonaal product. De ‘oude Zwitser’ Fuchs werd tot winnaar uitgeroepen.
Zoals gebruikelijk werd alles indertijd van alle kanten zo hard mogelijk ontkend. Maar in ‘Langs het ravijn’ wordt behalve het koersverloop ook de positieve dopingcontrole gereconstrueerd. Van der Velde, herstellend van ziekte, had eerder in het jaar een verboden spierversterker toegediend gekregen. Hij liep een klein risico bij de controle en werd betrapt. Een bedrijfsongeval zogezegd.
Hypocrisie
Raleigh-verzorger Ruud Bakker nam het naar aanleiding van dit voorval in ‘Langs het ravijn’ op voor de inmiddels overleden Festina-arts Eric Rijckaert, die voor zijn dood een goed overdacht en genuanceerd boek schreef over dopinggebruik in de wielrennerij.
Bakker over Rijckaert: “Dat is gewoon een nette vent geweest, maar hij wordt kapotgemaakt door de hypocrisie. Als iemand nu eens gewoon zei: ‘Hoor eens, ik ben ziek geweest en ik heb dat en dat product genomen.’ Dan waren we een stuk verder.”
“Je hebt te maken met mensen die hun sport zo goed mogelijk willen beoefenen. Van zo’n Ferrari en Conconi weet ik het niet. Dat waren ook mensen die meer met hun eigen ego bezig waren. Maar dat geldt niet voor Rijckaert. Die heeft zijn nek uitgestoken, dat is alles.”