Tachtig jaar geleden liep Den Haag uit voor wielerwedstrijden op de hometrainer
Op 11 oktober 1940 werden in Den Haag wielerwedstrijden op de hometrainer georganiseerd. Het was het begin van een nationale tour langs bioscopen en theaters met de drie beste Nederlandse baanrenners van die tijd. De belangstelling was enorm.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er nog opmerkelijk veel internationale wedstrijden, weliswaar alleen maar in bezet gebied of bevriend met nazi-Duitsland. Vanaf 1941 werden Nederlandse coureurs uitgenodigd om te verschijnen in België, Italië, Frankrijk en Duitsland zelf.
De baanrenners Jan Derksen en Arie van Vliet maakten daarvoor veel reizen. En dat snapten de Nederlandse sportjournalisten ook wel: ‘Was het tweetal geheel op ons eigen land aangewezen, dan zag de toekomst er niet bijster rooskleurig uit. Het is hier met de wielerbanen maar droevig gesteld.’ Derksen verdiende veel geld in Duitsland, in tegenstelling tot Antwerpen: ‘Als hij daar van zijn gage de onkosten aftrekt, zal het bitter weinig zijn wat hij overhoudt.’
Hometrainer-wedstrijden in 1940
Meteen na de Duitse inval in mei 1940 was de situatie nog volkomen anders voor de Nederlandse coureurs. Ze zaten vooral werkloos thuis en daarom moesten ze iets anders verzinnen om in beweging te blijven. Zo werden er in Den Haag vanaf 11 oktober 1940 een week lang wedstrijden op de hometrainer georganiseerd tussen de eerdergenoemde Derksen en Van Vliet, aangevuld met Jef van de Vijver. Ze hadden allemaal een wereldtitel gewonnen en dat maakte het extra interessant. Voordat zij begonnen, werden ze eerst feestelijk door de stad gereden – te zien in onderstaande film.
Vanwege overdonderend succes met uitverkochte zalen werd dit het begin van een nationale tour langs bioscopen en theater. Van 25 oktober tot en met 3 november reed het drietal in Leiden; een maand later waren ze in Maastricht. Elders in het land kwamen ook andere baanrenners zo in actie.
De geschiedenis van de hometrainer
De hometrainer werd eind negentiende eeuw bedacht, zo zei wielerhistoricus George Hogenkamp tijdens die wedstrijdreeks van 1940. ‘De hometrainer is nu juist een halve eeuw oud. Destijds is er in verschillende landen patent op verkregen o.a. in Zwitserland in 1891, door Louis Morien Guignard en in Duitschland door het Magdenburger Vélociped Depot.’
Nog voordat dit patent was aangevraagd, bestond de hometrainer echter al, schreef diezelfde Hogenkamp in 1916 in zijn boek Een halve eeuw wielersport. ‘In den winter werd in Engeland de home-trainer uitgevonden,’ waarmee hij het jaar 1886 bedoelde. Inderdaad stonden het jaar erop advertenties in Nederlandse kranten, waarin zo’n object werd aangeboden.
Maar we moeten nóg verder terug, naar de Gymnasticon uit 1796 van Francis Lowndes. De fiets, zoals we die kennen, bestond nog lang niet, maar bij onderstaande tekening is duidelijk te zien dat het principe vergelijkbaar is.
Wedstrijden
In 1892 werd de hometrainer omschreven als ‘een toestel, waarop men het wielrijden bedriegelijk kan nabootsen.’ Er werden dat jaar wedstrijden op gereden tijdens de Sporttentoonstelling in Scheveningen. ‘Deze vorm van races heeft op den gewone voor,’ concludeerde Algemeen Handelsblad droog, ‘dat men elkaar niet in de wielen kan rijden.’ Het waren overigens niet de eerste meldingen van een wedstrijd, want in 1887 gebeurde dit voor de eerste keer in Nederland, opnieuw volgens Hogenkamp.
In het buitenland liepen die races uit op grote evenementen. In februari 1894 waren er wedstrijden in New York tussen de beroemde baanrenners Albert Schock en J.S. Prince. Elke avond reden ze vijftien mijl, zo schreef De Athleet. In 1908 gebeurde zoiets in Parijs met dagelijks grote aantallen toeschouwers.
Datzelfde jaar werd in Berlijn een foto gemaakt van een nieuw soort hometrainer, waar de renners via snaren waren verbonden aan een plateau waarover poppetjes op fietsen net zo snel bewogen als de echte renners op de hometrainers – het concept van het wielerspel van Wilfried de Jong in zijn voormalige tv-programma Holland Sport.
Berlijn 1908
Dat idee was overigens niet nieuw, omdat er al in 1897 in Parijs al zo’n attractie was gebouwd. Sterker, het patent hieronder is uit 1894!
Tachtig jaar geleden zorgden die uitvindingen uit de negentiende eeuw in ieder geval voor veel plezier. En, óók belangrijk, voor inkomsten voor de beroepsrenners in die moeilijke oorlogsmaanden.