Tijdens de eerste Omloop bulderden de kanonnen van de Tweede Wereldoorlog nog
Op 25 maart 1945 was de eerste editie van Omloop Het Nieuwsblad. De kanonnen van de Tweede Wereldoorlog bulderden nog.
Jean Bogaerts in 1951. Foto J.D. Noske via het Nationaal Archief
De geboorte van De Omloop was nadat de redactie van de krant Het Volk vond dat de aloude Ronde van Vlaanderen zijn geloofwaardigheid had verloren, georganiseerd door concurrent Het Nieuwsblad. Die koers werd namelijk als enige wielerwedstrijd tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit afgelast. Organisator Het Nieuwsblad kreeg daarom alom het verwijt gecollaboreerd te hebben met de Duitse bezetter.
Lobby
Zo introduceerde Het Volk in het vroege voorjaar van 1945 de Omloop van Vlaanderen. De hoofdredacteur van Het Nieuwsblad, Karel Van Wijnendaele, ging echter stevig lobbyen bij de wielerbond en kreeg het na twee jaar voor elkaar dat de Omloop van Vlaanderen tot Omloop Het Volk werd omgedoopt. Er mocht tenslotte toch geen verwarring ontstaan met ‘zijn’ ronde? De benaming Omloop Het Volk bleef behouden totdat de krant in 2008 opging in Het Nieuwsblad.
Die eerste editie van de Omloop vond plaats op 25 maart 1945. Toch lag de doortocht van een wielerwedstrijd door het land nog lang niet voor de hand. België was dan wel bevrijd, maar in een groot deel van Europa woedde de oorlog nog volop. Slechts enkele uren voor de start kreeg de organisatie van de kersverse ronde groen licht van het bevrijdingsleger. Organisator-journalist Jérôme Stevens kreeg duidelijke instructies. Het traject mocht via de grote wegen lopen, maar de renners moesten rechts houden en militaire transporten kregen voorrang.
Veertig eierdooiers
De pas twintigjarige Jean Bogaerts, een echte krachtpatser met een sterk eindschot, zou er die 21ste maart met de overwinning vandoor gaan. In het ‘Kuipke’ in Gent klopte hij iedereen in de sprint. Bogaerts werd bij zijn profdebuut zo direct al winnaar van de allereerste ‘Omloop’. Van de 83 gestarte renners reden er slechts 33 de wedstrijd uit.
Bogaerts was in 2011 op de Vlaamse televisie te gast in De Laatste Show, een krasse knar met een vlotte babbel. Bij goed weer stapte hij nog altijd op de fiets. Hij mocht ook graag over het verleden vertellen, bijvoorbeeld over zijn eerste koersvelo die hij pas op zijn achttiende had gekregen.
Daarvóór trainde hij in de oorlogsjaren naar eigen zeggen op een vrouwenfiets. Verder sprak hij ook over de Ronde van Limburg, die hij voltooide op het rijwiel van een beenhouwer. Saillant waren ook zijn eetgewoonten. Zijn grote geheim voor succes: pekelharing! En natuurlijk had hij het over zijn twee bidons, gevuld met ieder twintig eierdooiers, maar alleen voor de langere koersen.
Bogaerts bleek in De Laatste Show nog even rap van tong als vroeger met de benen. Naast hem op de bank zat ene Eddy Merckx. Bogaerts over zijn eigen overwinningen: “Ge moet ook een beeke chance hebben.” Om zich vervolgens tot Merckx te richten: “Gij weet dat ook hè…” De grootste wielrenner aller tijden kon er smakelijk om lachen.
Broodrijder
Bogaerts was een echte broodrijder. Als winnaar van de ‘Omloop’ van 1945 verdiende hij zesduizend frank. Niet onaardig in die moeilijke tijden. Buiten de landsgrenzen liet de bonkige renner zich maar weinig zien. Zo reed hij nooit de Tour de France.
Hersteld van een schedelbreuk, opgelopen bij een zware val in 1948, won Bogaerts in 1951 opnieuw de Omloop Het Volk en daarnaast de Ronde van Nederland. Ook werd hij een keer tweede in Luik- Bastenaken – Luik en derde in Parijs – Brussel, in die dagen misschien wel een grotere koers dan de Koningsklassieker in de Ardennen.
Bogaerts bleef tot 1955 beroepsrenner. Hij overleed in 2017 in Schaarbeek op 92-jarige leeftijd.