Tijdens de Tourstart van 1973 in Scheveningen moesten alle kerken instemmen met de route
Precies vijftig jaar geleden begon de Tour de France in Scheveningen. Achter de schermen was er veel onrust, omdat de christelijke dorpen bang waren dat de kerkgang in gevaar zou komen.
De eerste keer dat de Tour de France in begon, was in 1954 in Amsterdam. Precies vijftig jaar geleden was Scheveningen de tweede Nederlandse startplaats.
Deze toewijzing was in maart 1972, waarna de voorbereidingen konden beginnen. De Haagse politie speelde hierin een centrale rol, met alle aanvragen voor vergunningen, plattegronden en wat nog meer nodig is bij de organisatie van zo’n gigantisch evenement. Deze papieren laten zien wat achter de schermen allemaal gebeurde, opgeslagen bij het Haags Gemeentearchief.
Het puntje van de papierberg
Om te beginnen was er een algemene vergunning nodig om de Tour de France in Scheveningen van start te laten gaan, vol stempels en handtekeningen. Die aanvraag van Stichting Tour de France ’73 in Nederland is bewaard, ‘houdende verzoek om ontheffing van het bepaalde in artikel 24, lid 1, van de Wegenverkeerswet, zulks tot het houden van een wedstrijd met rijwielen (Tour de France) op zondag 1 juli 1973.’
Dat was nog maar het puntje van de papierberg, want er moest nog veel meer worden geregeld en vastgelegd. Eén van de grote problemen was dat de eerste etappe op een zondag was, na de proloog op zaterdag. In 1973 legde de Zondagswet heel veel beperkingen op. “Wij hebben ons moeten verplichten op straffe van een boete,” aldus de organisatie, “de zondagsrust te heiligen. Dat schept voor de eerste etappe wel wat problemen. Alle parochies en andere gemeenten die hun kerk op onze route hebben, moeten zich akkoord verklaren met het passeren van de karavaan.”
De christelijke dorpen op de route van de eerste etappe van Den Haag via Rotterdam naar het Belgische Sint Niklaas zagen het wielerpeloton in ieder geval als een bedreiging voor de kerkgang. Piet Jongeling verwoordde dit als fractieleider van de GPV tot in de Tweede Kamer, één van de voorlopers van de ChristenUnie.
De belangen van de kerkgang
Vier maanden voor het event gaf het organisatiecomité aan dat het zich realiseerde dat het rijden op zondag voor veel mensen in de regio als zeer hinderlijk werd beschouwd. “Langdurig hebben wij stilgestaan bij de moeilijkheden, die de start op dit vroege uur zal veroorzaken.” De Tourdirectie was daarom verteld dat de reclamekaravaan vóór 13.00 uur nauwelijks geluid mocht maken. Een Nederlandse begeleider zou in een straal van 500 meter rondom alle kerken absolute stilte opleggen. “Een geldboete voor het overtreden van deze instructies zal worden opgelegd.”
Voor Jongeling was dat onvoldoende, zei hij een maand vóór de Tourstart. Van minister De Gaay Fortman sr. van Binnenlandse Zaken eiste hij dat de regering “de belangen van de kerkgang zwaarder laat wegen dan die van de wielersport”. Zover wilde De Gaay Fortman niet gaan en wilde daarom niet garanderen dat de karavaan geen overlast zou bezorgen. “Wel meent de minister de verwachting te kunnen uitspreken, dat de belangen van de kerkgang voldoende in het oog zullen worden gehouden.”
Langs de route werden er nog wel borden geplaatst, die de toeschouwers attendeerden op het eerbiedigen van de zondagsrust, tot grote verbazing van de Tourdirectie.