Verdwenen koersen: de Classique des Alpes
Door Ronnie van den Bogaart
Op het omvangrijke kerkhof van ter ziele gegane wielerkoersen vinden we ook de Classique des Alpes (1991-2004). In 1993 werd deze Alpenklassieker gewonnen door een Nederlander: Eddy Bouwmans.
In De Muur 26 wordt uitgebreid aandacht besteed aan de overwinning van Eddy Bouwmans in de Alpenklassieker. Bouwmans (veertiende en beste jongere in de Tour van 1992) zou na het voorjaar van 1993 zijn klimmersbelofte nooit meer waar kunnen maken. Een te kleine motor dacht men toen. Slachtoffer van de wielersport á deux vitesses, weten we nu. Net als zijn tijdgenoot Edwig van Hooydonck, die ook aan het woord komt in De Muur 26, vocht de Brabander ‘met pijl en boog in een chemische oorlog’.
Mooiste overwinning
De Classique des Alpes werd op 19 mei 1991 voor het eerst georganiseerd door de Société du Tour de France, die een opvolger zocht voor de ter ziele gegane monsterklassieker Bordeaux – Parijs. Het parkoers liep telkens van Chambéry naar Aix-les-Bains. Niet door het echte hooggebergte, maar wel met stevige beklimmingen zoals de Cucheron, de Col du Coq, de Granier en de Mont Revard. Charly Mottet won de eerste editie, vóór Robert Millar en Luc Leblanc.
Het jaar daarop ging de winst naar de beloftevolle Fransman Gilles Delion, later ook al kansloos in het Epo-tijdperk. En in 1993 was het dus de beurt aan Eddy Bouwmans. Met een heel klein beetje geluk, dat wel. Bouwmans zelf noemde deze overwinning terecht ‘de mooiste uit zijn carrière’.
In 2003 schreef Marije Randewijk in ‘De vergeten Tour’ het volgende: “Soms had hij dat: van die dagen dat alles klopte, vooral in zijn kop … Hij baalt ervan dat er nu nog mensen zijn die zeggen dat hij die dag geluk heeft gehad. Natuurlijk, Thierry Claveyrolat (een man van de streek, RvdB) reed lek op luttele kilometers van de finish, maar als hij niet vooraan had gezeten, zou hij nooit hebben gewonnen.”
Diezelfde Claveyrolat had later schijnbaar meer geluk, toen hij in een Franse televisiespelshow één miljoen Franse francs won, zo’n 150.000 euro. Hij begon een café. Maar na een door hem veroorzaakt ernstig auto-ongeval, gedonder met de belastingen en – volgens sommigen – zelfs problemen met de georganiseerde misdaad, stapte de bergkoning van de Tour van 1990 op 7 september 1999 zelf uit het leven.
Veredelde kermisploeg
Een echte klassieke wielerwedstrijd zou de Classique des Alpes nooit worden. Dat komt er van, als je een compleet nieuwe wedstrijd geforceerd als ‘klassieker’ bestempelt. Een mooie koers was het wel, met op de erelijst klinkende namen als Laurent Jalabert (1996 en 1998), ‘Chaba’ Jimenez (2000), Iban Mayo (2001), Santiago Botero (2002) en Francisco Mancebo (2003). Al roepen een aantal van deze namen vooral herinneringen op aan de klantenlijst van dokter Fuentes.
Na de overwinning van Eddy Bouwmans zouden de Nederlanders geen hoge ogen meer gooien in de Alpenklassieker. Vermeldenswaardig is, naast een tiende plek van Bart Voskamp in 1994, wel nog de veertiende plaats van Wim van de Meulenhof in 1995.
Deze lange Helmonder kon indertijd behoorlijk goed omhoog rijden, maar belandde bij het obscure Zetelhallen in een veredelde Belgische kermisploeg. In de dagen dat de Nederlandse renners in de bergen meestal hopeloos naar huis werden gefietst, had Van de Meulenhof een betere omgeving verdiend. In 1995 reed hij de Classique des Alpes en de Dauphiné Libéré als gastrenner bij het eveneens Belgische Collstrop.
Speels gemak
De voorlopig laatste Classique des Alpes werd in 2004 gewonnen door de latere ‘papieren’ Tourwinnaar Oscar Pereiro. In dienst van Phonak klopte de Spanjaard zijn landgenoten Iban Mayo en Jose-Enrique Gutierrez.