Verdwenen koersen: de Wincanton Classic
Door Ronnie van den Bogaart
Tussen 1989 en 1997 stond er in de periode na de Tour de France telkens een Wereldbekerwedstrijd in Engeland op de wielerkalender. De Wincanton Classic was een klassieker die maar geen klassieker wilde worden.
Aan het eind jaren tachtig van de vorige eeuw was de FICP (de proftak van de UCI) onder leiding van Hein Verbruggen druk bezig de wielersport te mondialiseren. Meer nog dan nu waren de belangrijkste internationale wielerkoersen vooral geconcentreerd op een klein gedeelte van het Europese vasteland. Een nobel streven, maar de drang naar mondialisering werd natuurlijk ook ingegeven door commerciële motieven.
In 1989 werd naast de GP des Amériques in Canada ook de Wincanton Classic opgenomen in het Wereldbekercircuit. De Limburger Frans Maassen won dat jaar in Engeland de eerste editie, vóór wereldkampioen Maurizio Fondriest en Sean Kelly. Niet in het Zuid-Engelse plaatsje Wincanton trouwens, maar een paar honderd kilometer noordelijker rondom de stad Newcastle. Het Engelse transport- en distributiebedrijf Wincanton Group trad op als sponsor.
Gentlemen amateurs
In feite is Groot-Brittannië een traditioneel wielerland. Meer dan een eeuw geleden, in 1891 om precies te zijn, werd de eerste klassieke wegwedstrijd Bordeaux – Parijs volledig gedomineerd door Britse renners. Ze bezetten de plaatsen één tot en met vier. In de jaren daarna begon de wielersport steeds verder te professionaliseren. In plaats van tijdverdrijf voor de upper class werd wielrennen meer en meer een volkssport.
De Britse renners, vaak gentlemen amateurs, verdwenen rond de eeuwwisseling volledig uit de uitslagen. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen er af en toe weer succesvolle Britse wegwielrenners bovendrijven. In de jaren vijftig Brian Robinson, en verder natuurlijk de betreurde Tommy Simpson – hij werd wereldkampioen in 1965 – sprinter Barry Hoban en later de eigenzinnige Schotse klimmer Robert Millar.
Enorme stimulans
In 2007 was er een Tourstart in Londen. Maar ook in 1994 stak het hele Tourcircus het kanaal over – eigenlijk ging men eronderdoor om de nieuwe Eurotunnel te promoten – naar Engeland. Wielerjournalist Raymond Kerckhoffs maakte er voor het blad Wieler Revue een reportage. Hij constateerde massa’s volk langs de weg, veel aandacht in de pers voor het spektakel, maar weinig kennis van de sportieve achtergronden.
“Boardman en Yates laten zich wel zien. Zij verschuilen zich tenminste niet”, orakelde een hoogbejaarde Britse wannabe wielerkenner. Toen hem naar de positie van Miguel Indurain werd gevraagd vroeg hij zich af wie dat dan wel was. De Engelse oud-renner en tv-verslaggever Paul Sherwen merkte indertijd wel op dat de Tourpassage een enorme stimulans voor de wielersport in zijn land kon zijn.
Zien fietsen doet fietsen. Bradley Wiggins werd geboren in Gent en kreeg het wielervirus ongetwijfeld mee van zijn wielrennende vader. Maar het is een verleidelijke gedachte dat de kleine Mark Cavendish – hoewel afkomstig van The Isle of Man – in 1994 aan de hand van zijn ouders langs de kant van de weg heeft gestaan om Chris Boardman en Sean Yates aan te moedigen.
Italiaanse overwinningen
Ook de Wincanton Classic stond in die dagen nog op de kalender. Inmiddels onder de naam Leeds International Classic, nadat de koers er eerder al van Newcastle naar Brighton was verhuisd. In 1997 kwam ook Rochester nog aan de beurt, maar datzelfde jaar ging de klassieker die nooit een klassieker werd ter ziele. Op de kalender voor de Wereldbeker werd de koers vervangen door de al even weinig klassieke HEW Cyclassics in Hamburg.
De Engelse Wereldbekerwedstrijd werd in de jaren negentig beheerst door de Italianen. Gianni Bugno was de beste in 1990. Helemaal passend in het tijdsbeeld waren het verder de Ghirotto’s, de Volpi’s, de Bortolami’s, de Ferrigato’s en de Tafi’s van deze wereld die hun naam op de erelijst mochten bijschrijven.
In 1995 won Maximillian Sciandri, een Italiaan met Britse roots en geboren in Derby in Engeland. Omdat hij nooit werd geselecteerd voor de Italiaanse wegploeg voor de wereldkampioenschappen stapte hij in datzelfde jaar over op een Britse licentie. Die keuze leverde ‘Max’ Sciandri en Groot-Brittanië in 1996 een bronzen medaille op in de olympische wegrit.