Wielerprof Gary Clively bij de Hare Krishna
De Australische wielrenner Gary Clively was prof in de periodes 1975-1977 en 1988-1991. Nadat hij zevende was geworden in de Ronde van Spanje van 1977 stopte hij als tweeëntwintigjarige plotseling met wielrennen. Hij verdiepte zich in de leer van Hare Krishna, kwam terug, en werd kampioen van Australië op de weg.
Clively’s verhaal doet een beetje denken aan dat van Ajax-voetballer Sjoerd Ruiter. De talentvolle Ruiter, goed voor ten minste veertig toekomstige interlands, stopte op twintigjarige leeftijd met voetballen. Het is verleidelijk in zulke gevallen te gaan speculeren. Misschien had Clively als renner niet onder hoeven doen voor een generatiegenoot als Phil Anderson. Maar ook voor Clively geldt dat alles is gegaan zoals het gegaan is.
Gary Clively kwam eind 1973 naar Italië met zijn landgenoot Clyde Sefton, die bij de Olympische wegwedstrijd in München zilver won achter Hennie Kuiper. Als amateur bij Siapa, de ploeg werd getipt door een Australische zwemmer die in Italië leefde, onderscheidde Clively zich vooral bergop. Hij won de Trofeo Pizzoli en werd vierde op het WK voor amateurs in 1975 in Yvoir, gewonnen door de Nederlander André Gevers uit Schijndel.
Matrassen
Na dat WK werd Clively prof bij de matrassenfabrikant Magniflex, waar naast een legertje Italianen ook Clyde Sefton en de Amerikaan Mike Neel onderdak hadden gevonden. Clively behaalde direct enkele aansprekende resultaten in Italiaanse semi-klassiekers. In de Giro van 1976 werd hij vierenveertigste in het eindklassement. In de etappe over de beroemde Ghisallo werd hij vierde in een kopgroep van negen, achter De Vlaeminck, Gimondi en Moser, maar vóór Eddy Merckx.
In 1977 stond hij als éénentwintigjarige aan de start van de Vuelta. Het was niet bepaald de sterkst bezette Spaanse rondrit uit de historie. Zo won eindwinnaar Freddy Maertens niet minder dan dertien (!) ritten. Maar de zevende plaats van de jonge Australiër in het eindklassement mag opmerkelijk worden genoemd. Clively eindigde kort achter nummer zes Michel Pollentier, die tot vervelens toe wordt gekoppeld aan het roemruchte peerincident, maar in 1977 wel gewoon de Giro won.
Hare Krishna
Na de Vuelta werden de resultaten van Clively minder. Aan het eind van het jaar vertok hij naar zijn geboorteland en keerde niet meer terug naar Europa. Naar de ware reden was het raden. Heimwee? Te weinig doorzettingsvermogen? Vast staat dat hij in zich in Australië terugtrok in de leer van Hare Krishna.
“Ik was helemaal niet geschikt voor het profbestaan. Ik fietste echt voor mijn plezier en dat had ik moeten blijven doen.” Het zou zomaar Gary Clively kunnen zijn die hier aan het woord is, maar het zijn de woorden van de al eerder genoemde André Gevers, opgetekend door Fred van Slogteren op zijn Slogblog. Gevers was ook al zo’n talentvolle renner die vroeg met profwielrennen kapte. Aangezien Clively iemand was die verdieping zocht, zou hij net als Gevers wel eens nergens spijt van kunnen hebben.
In 1988, ruim tien jaar nadat hij gestopt was, vroeg Gary Clively weer een proflicentie aan. Hij ging rijden voor het bescheiden Bike Tour, waar slechts een handjevol Australische renners onder contract stond. Clively “kicked everyone’s arse for a couple of years”, aldus een wielerliefhebber op een internetforum. In ieder geval werd hij in 1989 op zijn ‘oude dag’ kampioen van Australië op de weg.
In 1991 stopte hij definitief als prof.