Wim van Est barst in tranen uit als hem de proftitel van 1949 wordt ontnomen
Op 19 juni 1949 was er chaos in Valkenburg bij het NK wielrennen voor profs. Wim van Est werd de titel ontnomen, waarna hij zich huilend op Sjefke Janssen stortte. Die was toen net in gesprek met de nationale radio.
‘De kleine, goedmoedige Jefke Janssen,’ opende de Bredasche Courant poëtisch op 20 juni 1949, ‘reeds tweemaal een toegewijde knecht in de Tour de France, Jefke Janssen, die in 1947 te Reims Middelkamp de wereldtitel hielp winnen en die vorige maand de trouwe paladijn was van Schulte in de Ronde van Nederland, dat Jefke stond vanmiddag met twee felle ogen in zijn bruine kop op het Jury-schavot tegenover de gespierde, bonkige Wim van Est met zijn O-ronde hoofd.’
Na een saaie koers was de situatie in de laatste honderden meters volkomen uit de hand gelopen. Gerrit Voorting, Janssen en Van Est sprintten om de zege toen Van Est opeens van zijn lijn afweek. ‘Zij wilden elkaar te lijf in een tot het uiterste opgevoerde zenuwspanning. Ieder van hen eiste de overwinning, de bloemen en het kampioenstricot voor zich op: Van Est, die als eerste de finish was gepasseerd en Janssen, die als tweede was aangekomen, maar die zich gedupeerd voelde in de laatste vijftig van de ruim 216.000 meters, welke zij hadden afgelegd, een zwenking, waardoor Jefke bijna in het publiek werd gedrongen.’
Geen kampioen
Het publiek viel in twee kampen uiteen. De meerderheid steunde Janssen, die uit die regio kwam. Ook Van Est kreeg steun, als nog onbekende wielrenner uit St. Willebrord. De jury van de Nederlandse Wielren Unie greep de microfoon voor een mededeling waar niemand wat aan had. “Er is wel een winnaar, Janssen uit Elsloo, maar een kampioen is er nog niet, omdat de sportcommissie van de N.W.U. het protest van de renner Van Est moet behandelen.”
Van Est barstte in huilen uit, ‘leunend tegen het zomerse colbertje van een jurylid’. Daarna viel hij zijn rivaal aan, die net in gesprek was met een radioreporter. ‘In zijn wanhoop vloog hij overeind en Janssen naar de keel,’ zag Het Parool. ‘Microfoon, radioreporter en Janssen vielen ijlings achterover, maar toen waren er al anderen om Van Est — nu totaal over zijn zenuwen heen — te kalmeren. Zo was het slot van een voor het overige enigszins saaie course, zonder veel strijd.’
Valkenburg in 1949, foto J.D. Noske via het Nationaal Archief
Zo was er aan het einde geen nieuwe wegkampioen bij de profs, omdat de NWU eerst nog uitspraak moest doen na het protest van Van Est. Dat gaf de wielerpers om eens nader kennis te maken met de nog jonge renner uit ’t Heike. Ongeacht of hij wel of niet tot winnaar werd uitgeroepen, was het een interessante nieuwe verschijning in de koers.
‘Het bewijs is geleverd dat Van Est kan fietsen,’ concludeerde De Nieuwe Courant. ‘Want het zware Couberg-criterium uitrijden is al een bijzondere prestatie. Nog groter is de prestatie als men tweede wordt (of eerste) na een coureur van naam als de Limburger Sjefke Janssen. En dat bereikte Van Est na amper enkele maanden als beroepsrenner te zijn opgetreden.’
Pastoor
De NWU besloot later die week dat Sjef Jassen inderdaad had gewonnen, maar in St. Willebrord trok niemand zich er wat van aan. De avond na het kampioenschap al wapperde in het hele dorp de Nederlandse vlag, waarbij Van Est gewoon werd gehuldigd als kampioen, net als Wout Wagtmans, die de amateurtitel had gewonnen.
De pastoor zei namens het hele dorp dat Wim van Est, hoe de uitslag van de sportcommissie ook zou zijn, de Nederlandse kampioen van de professionals was. “Laat aan geheel wielersportminnend Nederland ook in de komende wedstrijden zien, dat jij de grote kampioen bent en blijf dezelfde eenvoudige jongen.”
Niemand kon toen weten dat de pastoor het heel goed had gezien en dat enkele jaren later Van Est van wereldklasse was.